'Ik hield me er niet mee bezig'
Totdat Tim een vriendin kreeg met een visuele beperking, lette hij nooit op geleidelijnen. Nu is dat heel anders. Hij vertelt wat er voor hem is veranderd. ”Als er nu iets op de lijn staat, zeg ik er altijd iets van”.
“Vroeger lette ik niet op geleidelijnen. Ik was daar helemaal niet mee bezig. Mijn ouders wezen me op stations wel op die lijnen, maar alleen om te waarschuwen: ‘ga niet voorbij die witte streep, want dan val je van het perron!’. Dus voor mij waren het waarschuwingslijnen.”
“Dat veranderde toen ik 4 jaar geleden mijn vriendin leerde kennen. Zij heeft een visuele beperking en op straat gebruikt zij de geleidelijnen. Die heeft ze hard nodig om de weg te kunnen vinden. Het is ongelooflijk hoe vaak daar dingen op staan. En niet alleen maar fietsen, maar ook bijvoorbeeld hekken van de gemeente of van een bouwbedrijf. Voor haar vervelend en gevaarlijk; elke keer schrikt ze zich rot. En als je niets ziet, ga dan die geleidelijn maar terugvinden als je er vanaf moet omdat je om een hek heen moet lopen.”
“Mijn vriendin moet blind op de geleidelijnen kunnen vertrouwen. Dus als ik zie dat er iemand er iets heeft opgezet, probeer ik altijd uit te leggen waarom dat niet handig is. Sommige mensen snappen dat wel, anderen vinden dat ik me er niet mee moet bemoeien. Maar de meeste mensen doen het niet expres, dus helpt het alleen maar als we elkaar erop wijzen dat de geleidelijn vrij moet blijven. Ik deed het vroeger zelf ook, gewoon omdat ik niet beter wist. Daarom is de campagne van ‘Houd de lijn vrij!’ hartstikke goed. Het is nog steeds nodig.”